logo oostenkortrijk menu v4

Gezondheidsbulletin

De ziekte is te wijten aan een verlangen naar kennis boven het normale, die zich in zijn acute fase vertoont als een wens naar kennis, een onbedwingbare zoektocht naar waarheid.

De symptomen van deze ziekte manifesteren zich door een dorst naar een wijn van de kennis en de eetlust naar voedsel van de geest.

De zieke Vrijmetselaars hebben hun blik gericht op oneindigheid, een horizon die voortdurend zijn en hun grenzen verlegt. Ze hebben een permanent gebrek aan licht. Ze zijn altijd op zoek naar gereedschap en fakkels om het licht te grijpen.

Waar komt deze ziekte vandaan?

Waarnemers en wetenschappers geloven dat deze ziekte paradoxaal genoeg rond de achttiende eeuw verscheen. Periode bekend als de Verlichting. Deze laatste broedde in de schaduw van het obscurantisme, onder de korenmaat gezet door religieuze dogma’s.

Ze beleefde een heropleving met de Renaissance. Giovanni Pico della Mirandola bereikte wel een piek, maar toch… ”Laat in ons hart een heilige eerzucht dringen, zodat we, niet met het middelmatige tevreden, naar het hoogste haken en met alle kracht naar streven dat te bereiken; want dat kunnen we, wanneer we willen”.

Het is een ziekte die sinds mensenheugenis dateert. Het lijkt erop dat Pythagoras, Democritus, Aristoteles ook slachtoffers waren van deze aandoening (met hun instemming).

Deze ziekte kent dus geen ruimte noch tijd, ze is universeel.

Een variant van deze kwaal.

Het is bekend dat het encyclopedisme ook twee slachtoffers maakte, een zekere Denis Diderot en zijn metgezel Jean Le Rond d’Alenbert.

Later zijn er dromerige polymaten, waaronder we er in Nantes één vinden met de naam Jules Verne, hard getroffen door deze ziekte. Hij beschreef een reis rond de wereld in 80 dagen. Nog sterker hij stelde onzinkbare schepen voor die onder de zee voeren, hij vloog zelfs naar de maan, geen wonder dat zijn metgezel Passe-partout heette.

Deze polymaten lopen op hun hoofd, zachte dromers! Ze hebben een verbeeldingskracht die de rede te boven gaat. Ze zijn werkelijk besmet.

Hoe konden vrijmetselaars ook deze ziekte oplopen?

Ze hebben blijkbaar allemaal stagegelopen in en donkere kamer, een kamer van overpeinzing, zeggen ze.

Ze ontmoeten elkaar op volledig overdekte plaatsen. Ik weet niet of het echt goed is voor de ademhaling. Ze lijken een beetje op stoïcijnen onder een portiek tussen twee kolommen.

Maar er is erger!

Jongeren worden stom gedurende een lange periode. Dit is kenmerkend voor de aanvangende ziekte zeggen de ouderen, die denken ervan hersteld te zijn. Deze laatste verklaren aan iedereen die het maar wil horen dat ze niet kunnen lezen en schrijven, dat het regent als het mooi weer is! Onder die omstandigheden is het beter dat ze niet kunnen spreken. Ze zijn het woord kwijt.

Op niveau van motoriek is het niet veel beter. Ze zijn niet in staat om drie stappen te zetten zonder hun voeten te slepen, ze schreeuwen vaak met kracht, wat moeten ze toch lijden!

De tweede fase van de ziekte is niet veel beter. Na in de waan te zijn geweest zien ze overal sterren en bovendien zijn het vlammende sterren. De motoriek is al beter maar toch nog niet om over te pochen. Drie passen naar voor, dan twee passen opzij, ze lijken verloren…ze zoeken het licht. De oude patiënten zeggen dat het hen al beter gaat. Het is waar dat ze al kunnen spreken, maar te gelijker tijd hebben ze het woord niet terug gevonden, er is niets te begrijpen.

Ze uiten onbegrepen wachtwoorden, sommige mompelen, andere struikelen van gewelste. Ik moet niet zeggen hoe erg het is. Passen naar voor, naar links naar rechts, sterren in de ogen, keelpijn, begrijpe wie kan…

De oudsten zijn genezen, dat denken ze toch. Dat stelt hen gerust. Ze zijn een beetje optimistisch, hoogmoedig en spraakzaam, soms wat te veel. Ze zullen uiteindelijk aankomen in het centrum, binnenkort zullen ze in het midden van de kamer zijn. Hoe meer ze denken genezen te zijn, hoe verder zij vooruit, links, rechts over en over stappen naar het einde van de kamer toe en hoe meer ze wankelen.

Bemoedigend?

Zij, de ouderen, denken - of menen te mogen denken - het licht eindelijk gevonden te hebben en toch zullen ze ziek blijven.

Ze lijken een beetje verlicht. De Vlammende Ster kennen ze, maar naar die G blijven ze maar zoeken, het is zeker geen G van gezondheid noch de G van geruststellend.

Die ouderen moeten beseffen dat ze in een fase zitten waar die ziekte steeds maar zal groeien en dat ze steeds hun zoektocht met de jongeren moeten delen en overdragen. Ze zullen zich moeten inenten met een lange innerlijke queeste, een zwoegen bestaande uit meditatie, terugkeer op zichzelf, empathie en ascese. Men wordt echter geen meester van de jongeren door meester te zijn van zichzelf. De ouderen moeten zoals de albatrossen bereid zijn de jongeren te voeden met al hun verworvenheden opdat deze jonge zieken, besmet met polymathie, met eigen middelen de smaak krijgen een persoonlijke speurreis aan te vatten om een heilzaam vaccin te vinden.

De ouderen blijven besmet met polymathie de jongeren ook, het is onomkeerbaar. Polymathie is als een virus het muteert altijd.

Het is hallucinerend!

Website van de Kortrijkse Vrijmetselaarsloges
Gebruiksvoorwaarden Cookiebeleid Privacybeleid

Logo Oosten Kortrijk